
“Ze is er hélemaal klaar mee.”
Onlangs sprak ik een moeder. Ze was onzeker. Wanhopig. Voelde zich machteloos. Ze wil het beste voor haar kind. Tegelijkertijd gaf ze aan haar kind niet te begrijpen. Het botst. Ze is zelf niet dyslectisch en weet gewoon niet goed hoe ze haar kind kan helpen. Graag zou ze haar meer zelfvertrouwen geven. Haar handvatten en tips geven hoe ze met haar dyslexie en situaties om kan gaan. “Maar ik kan het gewoon niet. Ik ben haar moeder. Sta te dichtbij. Er komen allemaal gevoelens en gedachten naar boven van vroeger. Ik wil niet dat ze hetzelfde doormaakt als ik heb doorgemaakt.”